Ziel? Zijn we nu aan het ‘geloven’? Nee, dat zijn we niet! Dat was ook niet afgesproken: in “Home” is gezegd dat we goed zouden ‘kijken en nadenken’. Maar omdat de ziel voor veel mensen een nogal ‘beladen’ begrip is, gaan we hier wat dieper op in:
We hebben gezien dat de gaven die de menselijke soort onderscheiden van alle andere levensvormen, samen datgene vormen wat bekend staat als: de menselijke ziel of geest. Het verstand is daarvan de essentiële eigenschap.
Er zijn dus aan ons mens-zijn drie afzonderlijke kanten te onderscheiden: lichaam, verstand en ziel (of geest).
Nu zal niemand moeite hebben met het bestaan van lichaam en verstand. En met de ziel?
De ziel (geest) is niet rechtstreeks in de materiële wereld ‘zichtbaar’ ; de ziel is: “het onstoffelijke deel van de mens”, staat er in een woordenboek.
Maar het bestaan van die ziel wordt bewezen door de uitwerkingen ervan: achter elk gevolg moet een oorzaak zitten. Want van iets dat niet bestaat kunnen geen uitwerkingen optreden.
Dus als wij mensen een vrij bewustzijn blijken te hebben, dan móét er wel een bron bestaan van dat bewustzijn. Datzelfde geldt voor al die unieke menseigenschappen die geen lichaamseigenschappen kúnnen zijn, en die eerder al in hoofdstuk 8 ‘Kenmerkende mens- eigenschappen’ beschreven zijn. Leest u die opsomming daar nog eens door; het is maar een korte selectie: je zou een telefoonboek kunnen vullen met dit type eigenschappen.
Zo is het bestaan van de ziel helder en duidelijk: die móét er eenvoudig wel zijn. En het woord: ‘geloven’ is hier niet van toepassing, net zo min als we ‘geloven’ in het bestaan van de zwaartekracht. Want die is ook in ons leven continu aanwezig, en toch weet geen mens wat zwaartekracht nou precies IS.
Maar de wetenschap weet toch wel wat dat is… denkt u nu? Nou, nee! Zwaartekracht is een van de belangrijkste natuurkrachten. De wereld waarin we rondlopen zou niet kunnen bestaan zonder. En wij mensen hebben, dankzij onze geestelijke capaciteiten, de eigenschappen en uitwerking van de zwaartekracht onderzocht en de wetmatigheden daarvan nauwkeurig in kaart gebracht.
Ja, we kunnen er goed mee overweg, maar dat is iets anders dan weten wat het IS! Misschien kent u het verhaal van de geleerde, die de zwaartekracht wilde vinden, door een kuil in de grond te graven?
Nee, niemand weet het: het IS een geheimzinnige basiskracht die in alle materie verborgen blijkt te zitten, en waardoor materiële dingen ‘willen samenklonteren’ (een uitdrukkings- vorm van liefde, zeggen sommigen hiervan).
Dit principe: we kennen alleen de effecten van iets, maar niet het wezen zelf ervan, geldt voor veel (eigenlijk: alle?) natuurkundige verschijnselen, zoals voor massa, licht, elektromagnetisme, de opbouw van de materie, enz. De effecten ervan hebben we nauwkeurig leren kennen, en we hebben modellen ontwikkeld die een beeld geven, maar toch: het wezen ervan is volstrekt onbekend!
Maar: geen (echte) wetenschapper zal zich schamen bij de erkenning dat er verschil bestaat tussen de kennis van de eigenschappen van iets en wat iets IS.
Deze systematische manier van onderzoek van de eigenschappen en gevolgen van iets heet: wetenschappelijk. En op precies die manier kunnen we naar de menselijke ziel kijken, het bestaan daarvan afleiden en de effecten ervan in kaart brengen.
Zonder die ‘ziel’ zouden er geen bewuste mensen bestaan met een persoonlijkheid en met al die fantastische geestelijke capaciteiten. Nee, er zouden geen mensen bestaan, punt. Alleen dieren, planten en stenen, in een zinloos universum.
Dat lijkt mij – gelukkig dat het niet waar is – een afschuwelijke gedachte. Maar ‘in de wetenschap’ ziet men daar – op dit moment – blijkbaar geen been in. Het idee dat mensen een andere bestaansvorm zijn dan dieren wordt soms glashard ontkend. Bijvoorbeeld in Wikipedia, trefwoord ‘psychologie’ staat letterlijk: “het doel van de psychologie is het verwerven van kennis omtrent het doen en laten van dieren (in het bijzonder mensen)…”.
Stel je voor: psychologie… voor de menselijke dieren?
Tja, en waar komt toch steeds weer dat ‘wetenschappelijke enthousiasme’ vandaan om zichzelf als dier te willen te zien? Bizar!
Blijkbaar wordt helaas nog vaak uitgegaan van het principe: ‘wat je niet ziet, dat is er niet’. Dat doet denken aan de situatie met het in de grijze oudheid breed geaccepteerde idee dat de aarde plat zou zijn. Daarmee konden de mensen van toen, best goed uit de voeten. Maar toen die nauwkeuriger naar zon en maan en de sterrenwereld gingen kijken, en toen wat later ook de zeevaart zich ontwikkelde, kwam zo’n 2500 jaar geleden in de menselijke geest het idee op dat de aarde niet plat maar bolvormig moest zijn. Daarna volgde nog meer dan duizend jaar strijd met de gevestigde ‘geloven en wetenschappers’ voordat het oude denken werd losgelaten, en algemeen dat wijdsere wereldbeeld werd aanvaard. En zie: daarmee kwam er een geweldige opleving in begrip, menselijke ontwikkeling en: wetenschap!
En de grootse ontdekkingsreis die in dit tijdperk op handen is, is deze keer niet naar buiten gericht maar heeft onszelf, als mens, tot doel: onze innerlijke werkelijkheid, dat wat we werkelijk zijn: de menselijke ziel of geest. De gevolgen van deze sprong in menselijk bewustzijn zal, schat ik, een impuls geven aan het menselijk bestaan – aan hoe wij met onszelf en met elkaar omgaan, en de vorm, inhoud en zin die wij aan ons bestaan geven – die zonder meer dramatisch zal zijn. De wereld zal er door veranderen. Misschien zullen we ooit wel spreken van een nieuwe ‘geboorte’ van de mens(heid).
En zo blijven veel huidige hersen-onderzoekers ‘van het oude stempel’ proberen met hun materialistisch wetenschappelijke geloof, het wezen van de mens te reduceren tot elektrochemische processen en een neuronen(zenuwcellen)-circus binnen in de schedel, met als motto: je bént je hersenen. Maar zo’n visie lijkt toch wel erg veel op het verhaal van de kuil-gravende collega van hierboven, die op zoek was naar de zwaartekracht.
Nee: in ons lichaam / in de hersenen zul je de ziel niet aantreffen. Die zit er niet in.
Dát klopt. Wij mensen (zielen) gebruiken ons lichaam, maar wij zijn dat lichaam niet.
Dat werken we in de hoofdstukken hierna natuurlijk nog wat verder uit.