18. De mens heeft een begin

De mens blijkt een dubbel wezen: een bezield lichaam, of beter: een ziel met een lichaam. Wanneer zijn die twee kanten eigenlijk samengekomen? Is er ook voor de ziel een begin, een startmoment of niet?
Nu hebben we gezien dat het wezen van de ziel, als niet-materieel ‘ding’, buiten ons waarnemingsvermogen ligt. Toch kunnen we over het begin ervan een plausibele veronderstelling maken, en wel zo:

We beginnen weer in de materiële wereld, bij ons lichaam. Dát heeft zeker wel een begin. Simpelweg omdat dat er ooit NIET was. Elk kind is een nieuw kind, uniek, nooit eerder bestaand – er komt ook nooit een tweede, zelfde van. Waarom niet? Omdat deze heel precieze combinatie van elementen (atomen)  zoals in dát lichaam, niet eerder en nooit meer kan voorkomen. Er bestaan op de wereld geen twee gelijke zandkorrels, laat staan de meest complexe bouwwerken in deze wereld: mensen (lichamen). Het is fysisch volstrekt onmogelijk dat de duizelingwekkende hoeveelheid atomen, waaruit een menslichaam is opgebouwd, op exact dezelfde manier nog eens zal kunnen worden gecombineerd.

Wat is nu het moment waarop voor het eerst dat éne, unieke lichaam elk mens begint te leven? Uit de definitie in hoofdstuk 7 is het niet minder dan 100% aannemelijk dat individueel leven start op het moment dat ‘de benodigde elementen (atomen)’ op een zodanige wijze zijn gecombineerd, dat het nieuwe mensenleven vrijkomt. En dàt moment kan in feite niets anders zijn dan het moment van de conceptie: het moment van versmelten van de twee afzonderlijke voortplantingscellen van de a.s. vader en moeder, tot een nieuwe, nooit eerder bestaande eenheid. Dan, en alleen dan, ontstaat het bouwplan!
Op dàt moment – en niet eerder – is er dat nieuwe menselijke lichaam in wording.
Want door de geheimzinnige levenskracht die op dat moment vrijkomt en actief wordt, groeit het lichaam van het nieuwe individu, vanuit die éne cel, tot een voldragen kind, tot geboorte, volwassenheid en verder.
Ons lichaam ontstaat dus op het moment van de conceptie, niet eerder, en niet later (niet bij de geboorte bijvoorbeeld, want geboren worden is niets anders dan verhuizen).

Er wordt wel beweerd dat de mens pas op een later tijdstip ontstaat – na een bepaald aantal weken, maanden – omdat die nieuwe mens pas dàn zelfstandig kan functioneren, dus zonder ondersteuning vanuit zijn omgeving. Dat wordt ook wel met ‘levensvatbaar’ aangeduid. Maar die redenatie gaat totaal mank. Want níémand kan ooit zelfstandig functioneren, in geen enkel stadium van zijn leven. Wij zijn immers totaal afhankelijk – op elk moment – van zovele andere mensen en ‘uitwendige’ zaken en omstandigheden die ons letterlijk in leven houden. Alle eigenschappen van alle beschreven bestaansrijken: die van de mineralen, planten, dieren en onze medemensen – en inclusief alle natuurwetten in dit oneindige heelal – ondersteunen ons continu.
Een mens zou pas mens zijn als die zelfstandig kan (blijven) leven? Wat een raar denk-idee eigenlijk. Dan zouden er helemaal géén mensen zijn!

Met dat beginpunt van het lichaam in gedachten, kunnen we nu ook naar de ziel kijken. Want zoals het lichaam de uiting van de lichamelijke levenskracht is, zo is de ziel de uiting van de geestelijke levenskracht, de bron van het bewustzijn, verstand en de persoonlijkheid van de nieuwe mens.
Het lijkt mij daarom alleszins redelijk om aan te nemen, dat de nieuwe ziel óók op het moment van conceptie ontstaat of vrijkomt of werkzaam wordt (waarbij we overigens geen beeld kunnen krijgen van wat dat ontstaan of vrijkomen precies betekent; we zullen het nooit weten!).
Maar éérder dan de conceptie kan niet – want het individu bestaat gewoon nog niet: er is nog geen lichaam – dan ook geen persoonlijke ziel, want die wordt ‘gepersonificeerd’ door het lichaam. Niemand huist toch in het lichaam van een ander? Anders gezegd: iedere schelp heeft zijn eigen parel; dezelfde parel komt niet nog eens voor in een andere schelp.
En op een láter tijdstip dan de conceptie? Nee, dat is ook niet aannemelijk, want: wanneer zou dat dan moeten zijn? Als er 10 cellen zijn gevormd, of bij100 miljoen cellen? Na 1 dag, maand, bij de geboorte, in de puberteit? Nee, dat idee van later dan de conceptie houdt ook geen stand.

We kunnen daarom veilig aannemen dat zodra de lichamelijk kant van een nieuw mens ontstaat, dat dan ook zijn geestelijke identiteit: ziel begint. Beide systemen beginnen vanaf dat moment een gekoppelde ontwikkeling, zoals we al eerder gezien hebben.
Van de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder kunnen we eigenlijk alleen een beeld van de lichamelijke kant krijgen. Vanaf de geboorte, als de nieuwe mens via zijn zintuigen in actieve wisselwerking komt met de wereld om hem heen, zal die ziel-ontwikkeling (de geestelijke ontwikkeling van de mens) echt voluit werkzaam kunnen worden.
De persoonlijkheid van mensen ontwikkelt daarna continu verder tijdens zijn leven ‘hier’. En zie toch uiteindelijk het verschil in persoonlijkheid van een pasgeboren baby en een volwassen mens.

In het volgende bericht gaan we die ontwikkelingen daarna bekijken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*